Wonen en werken op Antarctica

Het dagelijks leven van een overwinteraar

Antarctica, augustus 1988

Cape Evans

Het is nu al weer meer dan zes maanden geleden dat we voet op het zwarte gruisstrandje van Cape Evans op Ross Eiland zetten. Een paar honderd meter naar rechts zien we de oude hut van kapitein Robert Falcon Scott, op de achtergrond een paar Nieuw-Zeelandse hutjes, en daarachter op een heuveltop het kruis ter nagedachtenis aan de drie omgekomen deelnemers van Shackletons expeditie. Links een paar overblijfselen van de Britse expeditie `In the Footsteps Of Scott’ (hierna `FOS’ genoemd), door o.a. Robert Swan, Roger Mear en Gareth Wood, die in 1985-1986 plaatsvond. In het lage strijklicht van de Zuidpoolzon aanschouwen we de indrukwekkende witte, onder ijs en sneeuw schuilgaande berg Erebus, met een bijna onafgebroken vulkanische rookpluim aan de top. Langzaam, onze reddingvesten uitdoend, sjokken we omhoog naar de duidelijk in het oog springende lichtgroene hut, voorzien van grote donkergroene letters die het woord `Greenpeace’ vormen. In de twee weken daarna zal deze aanblik behoorlijk veranderen. We worden door onze vier voorgangers (Kevin, Gudrun, Cornelius en Justin) uitbundig begroet; ze zijn duidelijk blij de vertrouwde MS Greenpeace en haar bemanning weer terug te zien.

Herbevoorrading

World Park Base

World Park Base

In de daaropvolgende twaalf dagen werkt iedereen als een bezetene aan de herbouw van de FOS-hut, de installatie van de toren voor de communicatieschotel en de windgeneratormast, en de herbevoorrading van brandstof en voedsel. Met de satcom-installatie is het nu mogelijk om de basis 24 uur per dag te bereiken en computercommunicatie te bedrijven. Bovendien hebben we nu een raamwerk verkregen, waartegen we de zonnepanelen kunnen bevestigen. We zijn het er allemaal over eens dat het laden en lossen van het schip, en zelfs de constructie van de torens, binnen de twee weken die we daarvoor ter beschikking hebben, onmogelijk zou zijn, als we het zonder de helikopters hadden moeten doen. De Australische piloot Gary, die duizenden uren vliegervaring achter zijn kiezen heeft, werkt sneller dan de dekbemanning kan bijhouden. Bij gebrek aan een kraanwagen, is zijn precisie onontbeerlijk bij de vervaardiging van de torens en masten.

We maken lange werkdagen. Sommigen keren naar het schip terug om te slapen, anderen vinden meer rust in tenten, terwijl weer anderen genoegen nemen met de vloer in de hut. We mogen zeer zeker niet over het weer klagen: alsof het speciaal voor ons besteld is, zwakt de storm af op de dag van onze aankomst, en wakkert weer aan zodra we klaar zijn.

Alleen

Het schip de Greenpeace

Het schip de Greenpeace

Eindelijk breekt het moment aan waarop we alleen worden gelaten. Mij bekruipt weer een eigenaardig gevoel, dat ik herken; het is als een déjà vu van de vorige twee Zuidpoolexpedities waaraan ik deelnam. Ik klim op de nieuwe communicatietoren en tuur door de verrekijker naar het achterdek van het vertrouwde schip, waar de helikopter voor de laatste maal landt en wordt vastgesnoerd. Vanuit mijn strategische positie werp ik een blik om me heen: het zwart-witte strand, waar het voorheen krioelde van menselijke activiteit, is bijna verlaten. Het bevat naast mij alleen mijn drie metgezellen voor de rest van het jaar, wuivend naar de poppetjes op de Greenpeace. Het langzaam uit het zicht verdwijnende varend kantoor (werkplaats/kroeg/pension) inclusief haar opvarenden, vormde een enorm gezellig thuis gedurende de afgelopen zes maanden. Langs mijn sneeuwlaarzen kijkend, bezie ik van bovenaf ons nieuwe huis voor de komende twaalf maanden: een rechthoekige, in de zon glimmende; groene schoenendoos, met daaraan verbonden de meer huiselijk uitziende FOS-hut. Achter me hoor ik de zacht vibrerende, ruisende slag van de windgenerator, aangedreven door de scherpe, kristalheldere poolbries. Ik vraag me af hoe die zich in een echte, heuse, ongebreidelde poolorkaan zal gedragen. Heb ik de juiste keuze gemaakt uit het wereldwijde aanbod? Zijn de verankeringen voldoende sterk? Ik denk aan de sneeuwstormen tot 60 meter per seconde, die ik eerder op de Zuidpool heb meegemaakt. De enige manier om je dan van gebouw tot gebouw te verplaatsen was stapje-voor-stapje, je hardnekkig vastklampend aan de dikke stormtouwen; leidraden die van deur tot deur waren verankerd. Vanuit een ooghoek kijk ik nog eens, met een ongemakkelijk gevoel, naar het door de wind afgesleten houtwerk van Scotts hut en het hogerop gelegen herdenkingskruis. Dit is geen omgeving waar fouten snel worden vergeven, dat is duidelijk. Ach, nou ja, denk ik van de toren afklimmend, de tijden zijn veranderd: de technologie is met sprongen vooruitgegaan. De succesvolle FOS-voettocht naar de Zuidpool heeft dat wel bewezen. (Overigens hebben we de afgelopen maanden winden tot 41 meter per seconde meegemaakt.)

Dagelijkse praktijk

03_08_rWe hebben het sindsdien zo druk met onze dagelijkse beslommeringen, dat de tijd voor ons gevoel veel te snel voorbij is gegaan. Dat is een ervaring die blijkbaar voor buitenstaanders erg moeilijk te begrijpen valt. De meest voorkomende vraag is: `Wat doe je nou de hele dag, opgesloten in die hut? Verveel je je nou niet?’, Laat ik eens proberen een beeld te schetsen. Het is gewoonweg bijna onmogelijk om je te vervelen. Hier, in deze omgeving, moet je ten eerste zelf alle voorzieningen in stand houden. Water komt niet gewoon uit de kraan: iedere dag moet iemand naar buiten om sneeuw in de sneeuwsmelter te scheppen. Riolering bestaat niet: iedere dag moeten een paar plastic tonnen met `schoon’ afvalwater (bij voorbeeld biologisch afbreekbaar zeepwater) in de halfbevroren zee leeg gekieperd worden. De bio-plee legen we iedere twee weken in een van de lege olietonnen. Huishoudelijk afval persen we samen en slaan we op tot de volgende zomer. De tanks voor de dieselgeneratoren vullen we iedere twee weken bij. Wat de voedselbevoorrading betreft, gaat er bijna iedere dag iemand naar onze voorraadhut, om de proviand in de bijkeuken aan te vullen. We moeten zelf onze verse groenten onder lampen laten groeien; en yoghurt kweken. Ten slotte moeten we al ons timmerwerk, dieselmotoronderhoud, loodgieterij, elektriciënswerk, naaiwerk etc zelf doen.

Zo gaat dat als je in afzondering leeft!

14-28-rEens in de vier dagen doen we om de beurt corveedienst. De anderen kunnen zich dan op de andere onderhoudsdiensten, wetenschappelijk werk, of radiodienst toeleggen. Zolang het weer het toelaat, zijn Wojtek en Sabine op het ijs: ze nemen water-, plankton- en vismonsters. Het openhouden van het gat in het ijs is nog een hele klus. Maar dat geldt voor al het werk dat buitenshuis moet gebeuren. Voor elk kleinigheid waarvoor je naar buiten moet, dien je je uitvoerig tegen de kou in te pakken. En al het buitenwerk duurt tien keer zo lang als in een gematigd klimaat. Vooral fijn priegelwerk is bijna onmogelijk met die grote wanten. Benzine- en dieselmotoren voor de voertuigen of kettingzagen, ijsboren en pompen moeten zorgvuldig geprepareerd worden. Ze starten niet zomaar een-twee-drie!

Aurora Australis

Aurora Australis - foto van Vonna Keller 2008

Aurora Australis – foto van Vonna Keller 2008

Maar ik klaag niet. Het leven hier is een zeer bijzondere ervaring, zowel professioneel, huiselijk, als sociaal. Ik kan u wel verzekeren dat het leven in een grote stad heel wat ongemakkelijker, irritanter en/of eenzamer kan zijn. Je komt hier geen file tegen op weg naar je werk. Er is geen baas die op je vingers kijkt, geen politie, deurwaarder, lastige buurman, schoonmoeder of wie dan ook, om je zorgen over te maken. Je deelt een jaar uit je leven met een groep zeer speciale, gedreven, intelligente, bereisde, interessante en geïnteresseerde leeftijdgenoten. Het landschap is uniek, indrukwekkend, maar op een windstille, zonnige dag ook horizon verruimend, kleurrijk, tintelend en oogverblindend schoon. Gedurende een heldere zomerdag worden de Transantarctische bergen aan de overkant van de McMurdo Baai letterlijk 24 uur van alle kanten onbeschrijfelijk mooi belicht; de rij wit-en-rode pieken, van zo’n 3000 meter hoog, lijkt door de onvervuilde lucht 500 meter in plaats van 50 km van ons vandaan. Zelfs gedurende de lange poolnacht herinnert het beweeglijke zuiderlicht, ofwel Aurora Australis, de miljoenen zichtbare sterren, en de haarscherpe maan je aan de zeldzame omgeving waarin je je bevindt: Nee, ik klaag niet; ik voel me juist zeer vereerd dat ik in de gelegenheid word gesteld om het behoud van dit geweldig continent van hieruit te ondersteunen, reken daar maar op!

 

Sjoerd Jongens